Een passiefhuis verbruikt per jaar niet meer dan 15 kWh per vierkante meter vloeroppervlakte voor ruimteverwarming en -koeling. Dit wordt bereikt door het huis zo goed mogelijk te isoleren en luchtdicht te maken. Een huis is pas een passiefhuis na certificering. De grote uitdaging van passiefhuizen is om deze luchtdicht en vrij van koudebruggen te maken. Daarnaast moet de constructie van het huis vochtvrij blijven. Een succesvol passiefhuis hangt af van details. Ontwerp en realisatie van een passiefhuis vergt daarom een goede samenwerking tussen architect, aannemer, en installateur.
Het passiefhuis hoeft door de isolatie een aantal maanden per jaar niet actief te worden verwarmd. Verwarming gebeurt dan door binnentredend zonlicht, lichaamswarmte van aanwezigen, en het gebruik van elektrische apparaten. Omdat passiefhuizen luchtdicht zijn wordt natuurlijke ventilatie vervangen door balansventilatie met warmteterugwinning. Voor naverwarming kan worden gekozen voor een kleine warmtepomp.
Om een passiefhuis met zonlicht te verwarmen wordt het huis met grote raampartijen op het zuiden georiënteerd. De ramen op het oosten en westen zijn kleiner, en aan de noordkant bestaan slechts kleine kijkramen om de grootste muuroppervlakte geïsoleerd te houden. Leefruimtes zoals de woonkamer en werkkamer worden aan de zuidkant ingedeeld. Hier is het warm en licht. Gebruiksruimtes zoals de (bij)keuken, wc, garage, en slaapkamers liggen aan de noordkant. Daar is het koeler en minder licht.
In de zomermaanden is het nodig om de binnentreding van zonlicht te beperken. Dit wordt bereikt met overstekken, horizontale en verticale buitenlamellen, en veranda’s. De WTW-unit wordt ingezet om het huis overdag en ’s nachts te koelen.
Omdat een passiefhuis veel minder verwarmingsenergie nodig heeft is ook de CO2-uitstoot van het huis lager dan reguliere nieuwbouwhuizen. Het huis wordt sneller een Nul op de Meter-woning. Omdat passiefhuizen condensvrij zijn, zijn ze schimmelvrij en ontstaat een gezond binnenklimaat.
Energiepositief
Vanwege de lagere vraag naar verwarmingsenergie ontstaat in zonnige maanden sneller een energieoverschot. Wij streven naar de aanleg van een lokaal DC-elektriciteitsnetwerk om energieverlies te minimaliseren. Op het DC-netwerk kunnen grote energievragers worden aangesloten zoals warmtepompen, thuisaccu’s, en EV’s. Overtollige energie wordt eerst (in)direct onder de huizen verdeeld. We streven ernaar om overtollige energie daarna in thuisaccu’s, buurtaccu’s, en/of EV’s op te slaan. Deze energie moet ook weer teruggeleverd kunnen worden.
Wij zijn geïnteresseerd in de opslag van de resterende overtollige energie in de vorm van ondergrondse warmte, maar zien hierin ook nadelen.
Naast zonne-energie willen we de mogelijkheden verkennen om energie op te wekken met een (categorie 1) erfmolen.
Circulariteit
Wij hebben een voorkeur voor het bouwen met lokale biobased materialen. Het gebruik van materialen zoals hout, vlas, stro, leem, en hennep is goed verenigbaar met passiefbouw. Daarbij hebben wij een voorkeur voor stroboxen of het gebruik van cross-laminated timber (kruislaaghout) als constructiemateriaal. Om bouwkosten te verlagen onderzoeken wij of passiefbouw te combineren is met prefabhoutbouw en Slimbouwen.
Natuurinclusief
Natuurinclusief bouwen is niet ingewikkeld als dit al in de ontwerpfase wordt meegenomen. Maatregelen zoals groendaken, nestkasten, voorzetwanden, en overstekken zijn eenvoudig te combineren met passiefbouw. We verwachten de grootste ecologische plus echter te halen uit het terrein en niet zozeer uit de woningen.